Luchthartig en scherp, ontroerend en licht melancholisch – in zijn vijftiende bundel is dichter Anton Korteweg weer op zijn best!
‘Een dichter schrijft slechts voor een dichter verzen, en voor de vrouwen, die geen vers verstaan,’ schreef Bertus Aafjes ooit. Zo erg is het voor Anton Korteweg, meer dan een halve eeuw bezig, nou ook weer niet. Hij is een man die zijn zegeningen telt, en de kleine dissonanten in het leven maakt hij onschadelijk in zijn poëzie.
In Ik, om maar iemand te noemen zijn het niet alleen de vertrouwde ongemakken van het ouder worden die bezongen worden, maar wordt geprobeerd om te gaan met de overweldigende hoeveelheid pakken om bij neer te zitten. En om op steeds wankeler benen staande te blijven in de actualiteit van een opdringeriger, meedogenlozer wereld.
Een sombere tijd schept sombere gedachten.
De dag plukken is vaak te veel gevraagd.
Toch, elke morgen heeft het leven nog, tot overmaat,
het gore lef me met zijn grauwe prikkelbaard
’t bed uit te kussen. Of ik daar op lig te wachten.
Het sleept me bij de haren uit de slaap
de dag in. ’t Is nog steeds op me gesteld.
Ik mag nog meedoen. En dat is wat telt.
In de pers
‘Een van de aangenaamste Hollandse dichters is Anton Korteweg, een te burgerlijk calvinist om in dit tranendal op verlossing te mogen hopen, en dat weet hij verdraaid goed.’ de Volkskrant
‘Anton Korteweg verklapt […] de titel van een nieuwe bundel gedichten: Ik, om maar iemand te noemen. Dat is passende zelfspot in een tijd waarin de literatuur op het narcistische af persoonlijk is geworden.’ Carel Peeters in Vrij Nederland
‘Zo lees ik in moeilijke dagen Anton Korteweg. En dan kan ik mijn geluk weer aan.’ Herman de Coninck in De Morgen
‘Melancholieke maar altijd sprankelende dichter.’ Elsbeth Etty in NRC
Nous publions uniquement les avis qui respectent les conditions requises. Consultez nos conditions pour les avis.